Van 19 aug tot 01 dec ben ik op de 'Africa Mercy' van Mercyships in Benin. Ik heb er ontzettend veel zin in en kijk uit naar alle avonturen die ik mag gaan meemaken! Hier kun je mijn verhalen meebeleven, leuk als je een berichtje achterlaat! Liefs - Dinante

woensdag 2 december 2009

Over boerenkool, kou, heel lieve vrienden en gemis..

Ik ben thuis! Hoe onwerkelijk is dit. Ik voel me meer dan eenzaam, met mijn eigen laptop, op mijn eigen bed, met mijn eigen muziek aan, alleen, in een veel te groot huis in een veel te koud land. Maar ik ben blij er weer te zijn :)
Maandagavond heb ik afscheid genomen van het schip, van Benin, maar vooral van heel veel mensen. Het blijkt dat je in drieëneenhalve maand toch nog behoorlijk hechte vriendschappen kan sluiten. Ik ga ze missen..
Kelsey en Priska hebben me naar het vliegtuig gebracht en bleven achter het glas staan zwaaien totdat ik de douane door was. De vlucht was prima, in Parijs had ik iets meer dan een uur overstaptijd wat uiteindelijk nog een sprint naar de gate opleverde, maar ik heb het gehaald.
Op dit moment was het al behoorlijk koud en een vrouw vroeg me 'why on earth I was wearing flipflops'. Ja, koppigheid..
We landden (nouja, landen, het was meer een zachte vorm van neerstorten) een kwartier te vroeg, mijn bagage zag ik al toen ik de band nog niet had bereikt en ik hoefde geen douane meer door. Dus was het nog hartstikke vroeg toen ik de befaamde deur door kwam. Het was ontzettend rustig op schiphol dus signaleerde ik al snel mijn ouders, broertjes, en drie van mijn lieve vriendinnen.. ik was zo blij!!
Mijn moeder had gelukkig sokken, laarzen en een dikke jas voor me meegenomen.
Onderweg keek ik mijn ogen uit, is het je ooit opgevallen hoe schoon en strak georganiseerd Nederland eigenlijk is? En koud?
Thuis wachtte mijn bed op mij, en dat sliep fijn. Er was een welkom-thuis-taart en mijn moeder had boerenkool gemaakt. Ik heb ondertussen vijf lagen kleren aangetrokken en de kachel wat opgestookt. Dat voelt al iets beter.
Ik heb een ontzettend, ontzettend goede tijd gehad in Benin en ik wil iedereen bedanken die met me heeft meegeleefd, voor me heeft gebeden, me financieel heeft ondersteund, me heeft overladen met kaartjes, emails, berichtjes, smsjes, pepernoten en chocolademunten..
Couldn't have done it without you..
LOVE you guys!

dinsdag 24 november 2009

Over verdrietige omstandigheden en feestelijke jurken..

Normaal gesproken kijkt de wardverpleegkundige niet op of om wanneer ik haar de labuitlsagen kom brengen. De getalletjes zeggen op het eerste gezicht ook niet zo veel. Maar dat was deze keer anders. Ik had mijn voet al bijna weer over de drempel gezet toen de verpleegkundige een gat in de lucht sprong. Ze slaakte kreten als ‘Halleluja!’ en ‘God is groot!’. Daar kan ik inkomen, maar de reden van haar plotselinge enthousiamse ontging me nog enigszins. De patiënten op zaal vielen haar bij in luid ‘aiaiaiaiaiaiiiiii’ geroep. Toen de nurse mijn onthutste hoofd zag, verontschuldigde, en verduidelijkte ze zich. Deze vrouw was een VVF patiënte.
VVF staat voor vesico vaginale fistel. Vrouwen in West-Afrika zijn door ondervoeding en het harde werk op jonge leeftijd vaak veel te klein wanneer ze voor het eerst bevallen. Dit, samen met het feit dat er geen goede verloskundige hulp voor handen is, zorgt ervoor dat ze soms heel erg lang aan het baren zijn. Door de langdurige hoge druk kan er dan een gat ontstaan van de blaas en/of het rectum naar de vagina wat ervoor zorgt dat de vrouwen de rest van hun leven (mits ze de bevalling overleven) incontinent zijn voor urine en soms ook voor ontlasting. Want een operatie om dit probleem te verhelpen is te duur. Geen fijne situatie. Zachtjes uitgedrukt. Vaak worden deze vrouwen verstoten door hun man. En door de rest van het dorp. Op de markt wil niemand iets van ze kopen, want ze stinken. Sommige vrouwen bereiken zo’n dieptepunt dat ze geen andere uitweg zien dan zichzelf van het leven te beroven.
Dit soort verhalen horen we in Nederland niet. Maar in Afrika zijn er tienduizenden en tienduizenden vrouwen die met de realiteit van VVF moeten leven.
De vrouw van de labuitslag had geluk. Zij is hier op de Africa Mercy geopereerd. Ze kreeg een infectie, waardoor de hele situatie even erg spannend werd. Maar vandaag was de kweekuitslag terug waar ze al twee weken op had gewacht, op gehoopt had en voor had gebeden: ‘no growth’. De infectie was verdwenen! De gordijnen konden naar beneden en ze mocht weer haar bed uit. Goed nieuws voor haar en een feestje waard.
En feest wordt er gevierd, elke keer wanneer er een ‘VVF-lady’ genezen naar huis gaat. Er wordt dan een ‘dressceremony’ georganiseerd. De vrouwen krijgen een prachtige, nieuwe jurk en worden mooi opgemaakt. Er komt veel publiek. Er wordt gezongen, gedanst en de vrouwen vertellen hun verhaal.
Wat was het bijzonder dat ik hier bij mocht zijn.
Op zich zijn de 50 VVF operaties die er op het schip worden gedaan natuurlijk dweilen met de kraan open (in dit geval een wat ongelukkige woordkeuze). Maar Mercyships heeft er bewust voor gekozen om het aantal VVF-operaties naar beneden te brengen en op een lager tempo te opereren. Zo wordt er de mogelijkheid gecreeerd voor Beninse artsen in opleiding om mee te kijken en getraind te worden in deze operaties. Zodat er meer vrouwen geholpen kunnen worden. Want een menswaardig bestaan, dat verdient iedereen.

woensdag 11 november 2009

Over lange Tro-Tro ritjes, Ghaneese hiphop en gastvrije families..



Ook het werk in het lab is langzamerhand normaal geworden. Ik doe mijn best snel te werken en ondertussen de juiste papieren bij het juiste buisje bloed van de juiste patiënt te houden. Het is leuk! Het werk komt met vlagen binnen en als het even rustig is heb ik de tijd om wat dingen op te zoeken, dus het is ook nog enigszins leerzaam. Omdat ik nu gewoon burgerlijk elke dag de hele dag aan het werk ben kan ik helaas niet meer zoveel het land in.
Ik was dan ook meer dan blij toen we afgelopen vrijdagochtend om 04:00 uur vertrokken richting “the promised land”, oftewel Ghana, op bezoek bij Priska’s en Ernest’s roots. Met vier mensen op de achterbank was het hoogst oncomfortabel, en was mijn linkerbeen opgelucht dat we na anderhalf uur de grens met Togo bereikt hadden. Hier wachtte ons bureaucratie alom; stempels, formulieren, en vragen (“Zijn jullie getrouwd?” “Ja, wij zijn Ernest’s vier vrouwen.” “Life’s unfair..”). Het hele grens-oversteek-gebeuren deed mij in iedergeval wel aan de uittocht uit Egypte denken, wat een drukte, wat een hitte, wat een hectiek, getrek, geschreeuw.. we moesten namelijk lopend de grens over. Aan de andere kant bij de immigratie herhaalde het hele ritueel zich opnieuw. En bij de Togo-Ghana grens opnieuw. En bij de immigratie van Ghana opnieuw. My goodness..
Na een uurtje of drie waren we dus in Ghana, maar nu begon onze reis pas echt. Een klein busje bracht ons naar het noorden, naar Accra. Onderweg snapte ik al iets meer van het beloofdeland-aspect van Ghana. Alles was bezaaid met christelijkheid. ‘Christ is King hairsalon’, ‘Nothing is impossible for God plumbing services’, ‘Jesus lives funeral centre’, ‘God is sovereign grocerystore’. Oh, well. Ook de auto’s waren met dit soort spreuken beplakt. Wij bevonden ons in de ‘Psalm 38 Trust in God Tro Tro (minibus)’. Een ander ding was dat iedereen elkaar hier aanspreekt met sister en brother, of beter; ‘sista’ en ‘challee’.. Aangekomen in Accra moesten we op zoek naar het busstation. De ontwikkeling van dit land bracht mij enigszins in verwarring. Er was een Mac Donald’s, de straten waren geasfalteerd en ik zag zelfs een viaduct.
De busreis die ons stond te wachten was een grote verschrikking. Mijn stoel was best comfortabel, de airco stond aan, maar de tv was het probleem. Die toonde ons namelijk de tv-serie ‘devil’s seed’. In het kort het plot van elke aflevering: vrouw (waarom altijd de vrouw?) is bezeten, gaat op bezoek bij een pastor, die de kwade geest met grof geweld gaat uitdrijven, vrouw raakt in trance, pastor overlaadt haar met vlammen en vuur, vrouw verandert in slang, of tijger, of een ander gedrocht, nog meer geschreeuw en alles komt goed. Het geluid stond echt ontzettend hard, en al het geschreeuw, getier, gehuil en gekrijs was ontzettend naar. Hoe kunnen mensen dit leuk (of, zoals de vrouw naast me, zelfs grappig) vinden? Mijn oordoppen boden uitkomst.. De regering was bezig met het aanleggen van een nieuwe weg, maar het nieuwe parlement gaf hier wat minder prioriteit aan. Dus legden we de komende 250 kilometer hobbelend af in slechts 6 uur. Ik heb devil’s seed serie 1 en 2 gezien. Helaas.
Priska’s auntie (tante) haalde ons op vanaf het busstation. Het was intussen 20:00 uur. Haar familie was erg blij om ons te zien en we werden gastvrij onthaald met typisch Afrikaans eten. Dit deel van haar familie was niet heel erg arm. Priska’s ouders hebben hun huis betaald, dus dat was goed voor elkaar. Er was zelfs elektriciteit. ‘s Ochtends in ieder geval. We deden nog even een drankje in de bar en vielen toen uitgeput in slaap.
De volgende ochtend vroeg stond er een typisch Afrikaans ontbijt voor ons klaar. Auntie nam ons mee naar de markt, wat nogal overweldigend was. Het was de grootste markt van Ghana, het was ontzettend, ontzettend druk en auntie liep alsof ze de trein moest halen en voor die tijd ook de geiten nog moest melken. Na twee uur racen en half panieken omdat we elkaar in dit tempo steeds kwijtraakten, waren we het zat. En auntie was gefrustreerd omdat we niks kochten. Maar wij konden nergens naar kijken als al onze aandacht opging aan het proberen volgen van de groep.
‘s Middags namen Ernest en zijn neef ons mee naar een plek waar een zwaard in een rots vastzit. Niemand krijgt hem eruit. Klinkt King Arthur-achtig. Het gebouw waar deze rots zich in bevindt was helaas op slot. Maar dat gebouw heb ik dus mooi wel gezien. Ha.
De andere attractie was het Ashanti-paleis. Hier woont de Ashanti-koning en die bezit heel veel goud en is dus heel rijk. De Surinamers schijnen uit dit volk voortgekomen te zijn. Behalve ons, was er ook een ander gezin dat de tour volgde. De vrouw was slechts lichtelijk overdressed in haar galajurk en haar man droeg een lang, wit gewaad. Hij vertelde me dat hij van het Ashanti-geslacht was en dat hij nu in the States woont met zijn gezin. Dat verklaarde. Hij gaf ons een boekje met zijn biografie en alles wat hij in zijn leven had bereikt. Enigszins apart.
‘s Avonds brak het hiphop-gedeelte van dit verhaal aan. We gingen namelijk met Ernest’s neven op stap. In de auto werd mij gevraagd van wat voor soort hiphop ik precies hield. Aangezien ik niet eens wist dat er verschillende soorten waren, kon ik daar helaas geen antwoord op geven. Maar ik ben ondertussen behoorlijk bijgeschoold. (‘Are ya a pirate, then why d’ya got that eyepatch on?’). Well. In da club voelden we ons in onze spijkerbroek en shirtjes behoorlijik underdressed aangezien de rest eruit zag alsof ze vanavond een videoclip met 50 cent gingen opnemen. Maar volgens Ernest’s werden wij als boeroeties (blanken) zelfs in pyjama nog binnengelaten. Wat bleek te kloppen (niet dat ik mijn pyjama aan had, maar je snapt het idee). Gosh. Het was allemaal wat overweldigend, en om als drie blanke meiden daar te zijn, dat heeft een wat apart effect. Afrikanen hebben wel gevoel voor ritme zeg, dansen konden ze! And so we did.. or tried.. het was very nice..
De volgende ochtend hoefden we gelukkig pas om half 6 op te staan. Met de alcohol nog in ons bloed begaven we ons nog verder naar het noorden, naar Nsuta. Hier woont Priska’s schoonfamilie. Haar neefje kende niet zoveel Engels, maar zijn ‘Get out! You, white people, get out!’ was meer dan duidelijk. We waren gearriveerd! Dit deel van de familie was een stuk armer, maar ook een stuk blijer, traditoneler, en nog gastvrijer. We waren blij dat Ernest als rasachte Ghanees ons steeds kon influisteren wat er van ons verwacht werd (‘eet je bord leeg, eet je bord niet leeg, enz.). Na het ontbijt gingen we een wandeling maken, dat wil zeggen, een berg beklimmen. Wij (ik) trokken het bijna niet, maar Priska’s familie huppelde op blote voeten naar boven. Wat was het mooi.. geweldige bergen in nevelen gehuld.. het was de tocht waard! Boven op de berg bevonden zich acht ‘kampen’ waar mensen heen kunnen om te bidden en het leven te overdenken of te bespreken. Daar konden ze zich geen mooiere plek voor wensen.. Aan de voet van de berg werden Obama biscuits verkocht (‘he’s a good challee’).
Terug bij de hut/het huis werden we opnieuw volgestopt met eten. Daarna gingen we naar een vleermuisgrot.Omdat hier vroeger mensen in geleefd/geschuild hebben was onze gids bang dat de geesten van hun voorouders gestoord werden door onze komst. Dit werd als volgt opgelost. De man trok zijn schoenen en sokken uit en zette een fles drank (80%) op een rots. Hij sprak een soort gebed uit en schudde vervaarlijk met de fles. Vervolgens moesten we allemaal wat drank in een glas gieten en dit achterover slaan. Hoe slim het was om half dronken een duistere grot in te gaan, wist ik niet. Er werd ook door christenen gebeden en er werden kruisjes geslagen. Mijn hemel, waar gingen we heen..
De grot was inderdaad nogal claustrofobisch, maar dat was met de alcohol best grappig. Totdat de gids zei; ‘En nu doen we allemaal onze zaklampen uit. (het was angstwekkend donker) Dit is waarom we gebeden hebben, als onze zaklampen uitgaan, weet niemand dat we hier zijn en vinden we de weg nooit meer terug.’ Fijn!
We kropen in het water door 1 meter hoge gangen, terwijl de vleermuizen om je hoofd vlogen.. avontuurlijk was het zeker.
Na opnieuw een maaltijd (Jessica gebruikte ondertussen woorden als foodcoma, vomit en explode), begonnen we aan onze terugreis naar Kumasi. De volgende ochtend om half vijf zeiden we gedag tegen Priska’s familie en herhaalde de heenreis zich in omgekeerde volgorde. De chauffeur reed angstaanjagend slecht, we moesten drie keer stoppen omdat er rook uit de motorkap kwam, en de auto lekte benzine, maar we zijn levend aangekomen. Ghana was lovely!!

dinsdag 27 oktober 2009

Over een verschrikkelijk nare geschiedenis..

Onze zoektocht naar de geschiedenis van Benin ging verder. We bezochten Ouidah, bekend om de bloeiende slavenhandel in het verleden. Voor we vertrokken dacht ik; dit wordt mooi ongemakkelijk voor de Amerikanen, in Europa hebben we immers nooit zoveel slavernij gehad als daar. Maar daar had ik even iets langer dan twee seconden over na moeten denken. De man van het museum/Portugeese fort vertelde dat er in het plaatsje vier forten waren, een Deense, een Franse, een Portugeese en, jawel, een Nederlandse. Oh. Het was een treurige ochtend, waar we leerden hoe de slaven gevangen genomen werden, hoe de koning veel geld voor ze kreeg, hoe ze lang moesten wachten en in zulke slechte omstandigheden werden vervoerd dat slechts de helft levend aankwam.
We liepen de slavenroute. Als de persoon eenmaal op de markt was gekocht, gingen ze naar de tree of forgetfulness. Koning Agadja had deze boom gezegend met magische krachten, zodat wanneer je er zeven keer omheen liep je je naam, identiteit, familie en je geschiedenis zou vergeten. In het huis van Zomai (‘huis zonder licht’) moesten de gevangenen wachten tot het schip kwam. Dit kon maanden duren, zodat ze compleet verzwakt waren wanneer ze afgevoerd werden. Velen overleefden deze fase niet en werden in het massagraf achter dit huis gegooid. Vertrokken ze wel, dan maakten ze drie rondjes om de tree of return. Dit zou hen garanderen dat hun ziel eens weer terug zou keren naar Afrika. Gedurende al deze verschrikkingen waren de slaven geketend, met handen en voeten aan elkaar vastgemaakt. Op de plaats waar de schepen vertrokken is nu een monument gebouwd, the gate of no return. Vreemd om te beseffen dat de laatste slaaf hier pas in 1885 weggevoerd werd.
We waren voor het eerst eens niet de enige buitenlanders. Ouidah is een soort toeristische trekpleister geworden voor Afro-Amerikanen, Jamaicanen en Cubanen die opzoek zijn naar hun roots. Het is ook via Ouidah dat de voodoo Amerika heeft bereikt. De katholieken probeerden de Afrikanen nog voor hun heiligenbeelden te laten buigen, maar ze hadden onder het altaar hun eigen voodoo-goden verstopt. Ook in Ouidah is er in 1989 door het vaticaan een basiliek laten bouwen, omdat de Paus op bezoek kwam. Het is een groot gebouw geworden, en wie goed kijkt ziet dat de schilderijen doordrenkt zijn van de voodoo-afbeeldingen.. de kerk zit eigenlijk nooit vol. Had het geld misschien toch beter in iets anders gestoken kunnen worden, geloof laat zich niet dwingen..

Over een kleurrijke en vreugdevolle kerk..

maandag 19 oktober 2009

Over Afrikaans Venetië, dansjes in de diningroom en een nieuwe baan..

Mijn laatste week in de diningroom is aangebroken! Deze week werk ik nog twee dagen en daarna ga ik verder in het labaratorium. Daar hadden ze namelijk een ernstig gebrek aan mensen. Afgelopen week ben ik gedurende twee en een halve dag ingewerkt en nu moet ik een dezer dagen klaar zijn voor de overstap. Ik werk nu gewoon burgerlijk van maandag tot en met vrijdag van 08:00 tot 17:00 uur samen met Sarah uit Australië en Joke uit Nederland. Ik ga vooral bloed testen, dat is een volledig bloedbeeld bepalen en HIV-, hepatitis-, malaria-, en syphilistesten uitvoeren. Dit bloed komt van nieuwe patiënten die nog moeten worden opgenomen of al opgenomen zijn of van (potentiële) bloeddonoren. Ik heb erg veel zin in deze nieuwe uitdaging, maar zal mijn team en mijn werkdagen wel gaan missen..
Ik ben niet de enige die deze week vertrekt. Loveth gaat vrijdag weer naar huis, naar Nigeria. Haar broer komt haar dan aflossen. We gaan daar vrijdagavond nog even wat op drinken. Tijdens de afwas zingen we mee met ‘African queen’, absoluut the cheesiest of all lovesongs (met teksten als: u are the one that makes me smile, makes me float like a boat upon the Nile), momenteel erg populair hier. Zoek maar eens op. Het maakt ons in ieder geval erg blij en soms doen we een dansje.. Vandaag was ik dus na een werkmarathonweek weer eens een dagje vrij en ben ik met Priska, Jessica en Miriam naar Ganvié geweest, een dorp (30.000 inwoners) op palen in het water. Lekker drie uur varen in een boot. Het is de enige toeristische attractie die Benin rijk is. Dus hadden we eigenlijk geen keus. Maar toerist zijn bevalt toch eigenlijk niet zo best. Vooral niet als je langs huizen (hutjes) vaart van mensen die erg arm zijn. Arm, maar niet ongelukkig, kwam ik tot de conclusie. Misschien was die conclusie wat snel getrokken. Toch kwamen er voornamelijk Giethoorn-Venetië-tropisch eiland vakantiegevoelens bij ons naar boven. We zouden eigenlijk wel een maandje met ze willen ruilen. En zij waarschijnlijk ook wel met ons. Maar daarna willen we toch wel graag terug naar ons comfortabele bestaan. Soms lijkt het leven gewoon niet zo heel erg eerlijk.

zondag 11 oktober 2009

Over zakkenrollers, corruptie en andere feestelijkheden..

‘s ochtends ging ik met een groep van het schip naar een kerk. Acht jaar geleden was Mercyships ook in Benin. Het land was er toen nog vele malen slechter aan toe.Er zijn toen enkele gezondheidscentra en ook een kerk opgezet. Deze zijn nog steeds in gebruik. We reden door een zanderig primitief dorp en kwamen aan bij een overdekt en ommuurd plein. Dit bleek onze bestemming. De preek ging over ‘de kerk’, en ging erover dat de kerk gevormd wordt door alle mensen samen en niet door het gebouw. Dat was dus zeker in dit geval van palen en golfplaten een hele geruststelling. Het was een ontzettend mooie dienst, met vrolijke mensen, vredig fluitende vogels, veel kinders, feestelijke kleding en een vrouw die je met een stok mepte als je in slaap dreigde te vallen. Twee mensen van het schip gaan in maart trouwen. De voorganger maakte zich daar enigszins zorgen over, omdat er in Europa zoveel huwelijken kapot gaan. Daarom moest het koppel naar voren komen en ging de hele kerk enthousiast voor ze bidden. Ze stonden er wat ongemakkelijk bij, maar het was toch mooi. Er werd een collecte gehouden voor de kosten van de kerk en de elektriciteit. Ik telde drie gloeilampen en een klok. Aan het eind van de ochtend was er voor ons cola of fanta en voor de kinderen een snoepje. Wat een mooie plek!
Eenmaal terug op de boot had ik een half uur om te eten en me om te kleden, we gingen namelijk naar een voetbalwedstrijd! Ghana-Benin. Ghana had zichzelf al gekwalificeerd voor het WK in 2010 en de Africacup. Benin kon het WK al niet meer halen, maar als ze deze wedstrijd zouden winnen zouden ze nog naar de Africacup kunnen. Ernest en Enoch zijn 100% Ghanees en Priska voor de helft, dus sloten we ons aan bij de Ghanese supporters. Ik snapte niet waarom we drie uur van tevoren weggingen, de wedstrijd was namelijk in het stadion in de stad. Maar dat werd snel duidelijk.
We pasten niet meer in een Mercyships auto dus moesten we zelf een taxi fixen. Iemand wou ons voor 200 CFA per persoon (30 eurocent) wel meenemen. Je leert elkaar weer een stukje beter kennen als je een kwartier bovenop elkaar zit. En we gingen ook niet echt snel meer, met negen mensen in een klein koektrommeltje. Maar we kwamen vooruit! Wat was het een chaos toen we aankwamen.. zoveel mensen en we konden de Ghanese ingang niet vinden. De wedstrijd was uitverkocht. Een kaartje (tweederang) kostte drie euro. Ondertussen probeerde mensen ons vanalles aan te smeren, en wilde mensen ons aanraken, gewoon omdat vijf van ons blank waren.. We moesten ongeveer een kilometer in de rij staan. Ik deed mijn uiterste best om niet omver gereden te worden, de rest van de groep in de gaten te houden en tegelijkertijd een treurige mevrouw uit te leggen dat ik écht geen groen-geel-rood lintje van haar wilde kopen. Het was waarschijnlijk daarom dat ik vervolgens te traag reageerde. Priska: ‘Ehm, Dina, what is he doing?’ Ik keek achterom, zag net iemand wegrennen en besefte dat hij mijn kaartje had gejat. ‘My ticket! He stole my ticket!’ Dat was alles wat Priska nodig had om de achtervolging in te zetten. Ze stoof als een malle de menigte in. Dat vond ik een beetje eng, dus ik stoof achter haar aan. Geen goed idee, want het volgende moment was ik én Priska én de rest van de groep kwijt. Na twee seconden in een lichte staat van paniek te verkeren, zag ik Ernest, onze grote (echt grote), stoere, zwarte Ghanees. Hij rende achter Priska aan, maar ze was de man uit het oog verloren. Helaas. We zouden wel een nieuw kaartje fixen. Toen bemerkte ik dat ook mijn geld uit mijn andere zak was verdwenen (iets van 30 euro) en zelfs mijn flesje zonnebrand. Zo frustrerend! Het zij zo. De rij bewoog ineens supersnel. Ik had nog steeds een kaartje nodig. Maar alles wat ons werd aangeboden waren derderangskaartjes, en dan kon ik niet bij de rest zitten. Toen was de securityguy ineens al daar. Hij drukte de groep erdoor en sleurde mij terug. Ik zette een heel wanhopig gezicht op en Miriam en Priska legden uit dat ik was beroofd. Hij liet me erdoor. Vervolgens hebben we zes keer een kwartier in de verkeerde rij gestaan. De Ghanasupporters waren ver te zoeken. Bij de zevende poging hadden we de goede rij te pakken, maar de beveiliging was hier iets strenger dan we konden gebruiken. Want ik had nog steeds geen kaartje, maar hier, na de eerste controle, werden natuurlijk helemaal geen tickets meer aangeboden. We besloten de man eerst proberen te overtuigen, als dat niet lukte zouden we hem omkopen. De man bleek inderdaad meer dan vastberaden te zijn mij niet door te laten. Ondertussen werd er zo geduwd, gedouwd en getrokken, dat was niet grappig meer. Miriam (ja, ik had zelf geen geld meer..) zwaaide met 5000 CFA’s (dus 2,5x de prijs van het kaartje). Maar hij weigerde. Hij weigerde! Was West-Afrika dan toch minder corrupt dan gezegd wordt? Een man achter ons fluisterde in Miriams oor dat ze het wat subtieler moest aanpakken. Dus frommelde ze het briefje in haar hand, we wachtten een minuutje, en toen drukte ze het in de hand van de securityman. Hij knikte even naar haar. Liet ons toen weer even wachten, scheurde het kaartje van een andere supporter en gaf mij heel snel en ongemerkt de andere helft. Slim! Ik was zo blij eindelijk binnen te zijn.. De sfeer in het stadion was heerlijk uitbundig, de zon scheen als een gek en er waren veel mensen met schuiftrompet. Slechts 10% kwam voor Ghana supporten en er waren drie goede spelers uitgeschakeld door malaria. We hadden dus een belangrijke taak. Het was ontzettend leuk (en warm) om mee te maken! We zwaaiden vrolijk met onze Ghanese vlaggetjes en af en toe moesten we met een supporter op de foto omdat we de enige blanke supporters waren. Na 90 minuten waren er helaas geen doelpunten gevallen. Maar het was in de extra tijd dat Benin scoorde. Ernest is er van overtuigd dat ze daarvoor betaald hebben, want zij hadden de wedstrijd nodig en Ghana niet. We will never know..
De stad werd helemaal gek. Een feest barstte los!! Er werd getoeterd, geschreeuwd en gejuicht. Iedereen kwam zijn huis uit. Het verkeer liep compleet vast. We vonden een taxi, maar we moesten vijf keer zoveel betalen als op de heenweg. Nouja, we deden er dan ook vijf keer zo lang over. We zaten nu met negen mensen in een kleine Toyota Creation. Ik zat klem op de voorbank naast Ernest onze stoere en grote (erg grote) Ghanees. Mijn arm hing uit het raam en mijn arm is blank. Dus stopte er af en toe een motor om aan te bieden om mij achterop verder te vervoeren. Lief aangeboden, maar bedankt. Drie kerels sprongen op de motorkap (ja, we reden echt niet hard..) maar onze bestuurder reed gewoon door. Vier agenten probeerden het verkeer te regelen, zonder succes.. Een man met een vijf liter wodkafles deelde shotjes uit aan voorbijgangers. Misschien geen heel goed idee. Wat een chaos! Ik was blij weer terug te zijn op het schip.. en mijn benen te kunnen strekken. En mijn verbrandde hoofd (want ja, die gestolen zonnebrand..) te kunnen aanschouwen. Morgen weer gewoon oud en vertrouwd aan het werk. Lekker rustig..